Zoutopslag Haringpakhuis Vlaardingen
Haalbaarheidsonderzoek betreffende de zout- en vochtbelasting ten behoeve van de herbestemming/ transformatie op het historische industrieterrein in Vlaardingen.
Opdrachtgever: Stichting Vlaardingse Bierbrouwerij
Historie
Het gebouw is in 1881/82 gebouwd als woonhuis voor een bijbehorende brouwerij. De toenmalige brouwer A. Hoogenboezem heeft het pand als tweede deel van een tweelingpand laten optrekken. De muren zijn massief opgemetseld en hebben verschillende diktes.
Omstreeks 1902 werd het gebouw gebruikt als zoutopslag voor de haringindustrie. Haringbedrijf C. van Toor nam het gebouw in 1910 over. Nog tot 1965 bleef de functie van het tweelingpand behouden. Achter de Oosthavenkade 90 werd aan de oostgevel van het pand in 1912 een pakhuis opgetrokken dat bij de haringhandel hoorde.
Het pakhuis werd tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de noordoostzijde getroffen door een bom. Hierbij hebben ook de gevels van het gebouw op de Oosthavenkade schade ondervonden.
De vloer in het noordwestelijke gedeelte van het gebouw is 40 cm verhoogd en van beton. Dit zal te maken kunnen hebben met het feit dat het havengebied van Vlaardingen buiten de sluis regelmatig overstroomd wordt door rivierwater van de Maas bij springtij, sterke regenval en zuidwestenwind.
Uitdaging
Door de opslag van zout voor de conservering van haring, zijn de gevels van het opslaggebouw vanaf het maaiveld tot onder het dak belast met zout. Bij deze opdracht gaat het om de systematische bepaling van het zoutgehalte en een gedetailleerde uitspraak of en in hoeverre de oude gevels bewaard en hergebruikt kunnen worden door de toekomstige Vlaardingse Bierbrouwerij.